Geschiedenis van het Lingemeer

Water en zand

Water is een verbindend element in de woonkern Lingemeer. Beeldbepalend is de circa 80 hectare grote ontzandingsplas met de naam Lingemeer.

Hoe is deze ontzandingsplas ontstaan?

Eind jaren 50 en begin jaren 60 werd begonnen met zandwinning voor de aanleg van de rijksweg A15. Toen ontstond het Lingemeer ter grootte van circa 5,5 hectare. In 1989 werd door de provincie Gelderland vergunning verleend voor verder zandwinning en uitbreiding van het Lingemeer. Door Zand Exploitatie Maatschappij Havikerwaard werd daarvoor circa 64 hectare grond aangekocht. Door deze maatschappij en later door haar opvolgers, K3, Dekker van de Kamp en K3Delta werd zand en grind gewonnen.  Gaandeweg is er een terrein van 110 hectare ontstaan, waarvan 65 hectare is bestemd voor ontzanding, 30 hectare voor de bouw van recreatiewoningen en 15 hectare voor landschapsontwikkeling. Met deze activiteiten is de basis gelegd voor het Lingemeer in haar huidige omvang. 

Met K3Delta voert de BVL al jarenlang overleg over het aanzien van het Lingemeer. Dat heeft er mede toe bijgedragen dat er binnen de mogelijkheden van K3Delta aandacht bestaat voor eventuele overlast van bewoners met het zandwinningsproces. Dit heeft o.a. geresulteerd in de aanleg van solide eilanden en een hoge wal om horizonvervuiling en geluidsoverlast van de zandverwerkingsinstallatie te reduceren. Daarnaast voert de BVL ook gesprekken met K3Delta over de afwerking van het huidige Lingemeer en de gestarte ontwikkeling van een tweede meer van ca. 60 ha. met de naam Blauwe Kampse Plas.

Sinds 2001 wordt zand en grind gewonnen door het ontzandingsbedrijf K3Delta (en haar voorgangers). Als beheerder van de plas worden de bewoners van het Lingemeer door K3Delta in de gelegenheid gesteld om het Lingemeer voor uiteenlopende watersportactiviteiten te gebruiken.  Op de plas kan worden gevist, gezwommen, gezeild, geroeid en gevaren. Voor mechanische voortstuwing geldt wel de beperking dat uitsluitend gebruik mag worden gemaakt van elektrisch aangedreven buitenboordmotoren (zogenaamde fluistermotoren).

Het water van de plas is van hoge ecologische kwaliteit. De waterstand in de plas wordt grotendeels bepaald door diepe grondwaterstromen, schommelingen in de rivierwaterstanden en  regenwater. Langs het Lingemeer stroomt de rivier de Linge. Op deze rivier zijn de recreatieve mogelijkheden beperkt tot vissen, zwemmen en roeien. Nergens staat de Linge in verbinding met het Lingemeer.

Sinds 2012 is de BVL nauw betrokken bij overleg met de gemeente Buren, de projectontwikkelaar en de SPWL over de overdracht van de watergangen aan de gemeente Buren. Daarbij wordt o.a. gesproken over acceptabele vaardieptes in de singels en uitvaarten naar de plas.

Met K3Delta voert de BVL al jarenlang overleg over het aanzien van het Lingemeer. Dat heeft er mede toe bijgedragen dat er binnen de mogelijkheden van K3Delta aandacht bestaat voor eventuele overlast van bewoners met het zandwinningsproces. Dit heeft o.a. geresulteerd in de aanleg van solide eilanden en een hoge wal om horizonvervuiling en geluidsoverlast van de zandverwerkingsinstallatie te reduceren. Daarnaast voert de BVL ook gesprekken met K3Delta over de afwerking van het huidige Lingemeer en de gestarte ontwikkeling van een tweede meer van ca. 60 ha. met de naam Blauwe Kampse Plas.

Bewoning

In 1968 werd naast de door ontzanding ontstane plas en in de bebossing de camping ’t Liendebos aangelegd. ’t Liendebos bestond uit 285 standplaatsen voor overwegend stacaravans.

In 1988 ontstonden plannen om camping ’t Liendebos om te vormen tot een recreatiepark. Daar zouden vakantiehuisjes, subtropisch zwembad en 9 holes golfbaan moeten ontstaan. Tegen dit plan bestond veel weerstand. Na uiteenlopende procedures is in november 1990 een bestemmingplan opgesteld, die de basis vormde voor de ontwikkeling van de huidige woonkern Lingemeer.  In juni 1995 wordt door de toenmalige gemeente Lienden (nu gemeente Buren) toestemming gegeven voor de bouw van 94 woningen, in mei 1996 gevolgd voor een tweede bouwvergunning voor 84 woningen. Tot op heden zijn in wisselende frequenties woningen aan het Lingemeer gebouwd. Vanaf 1995 zijn uiteindelijk circa 380 woningen gebouwd.

Eind 2015 zijn nagenoeg alle laatste braakliggende kavels verkocht voor bebouwing. Eerdere plannen voor ontwikkelingen bij de entree van Lingemeer zijn mede als gevolg van de economische crisis gestrand. Ook de gemeente Buren heeft inmiddels zijn medewerking aan deze plannen opgezegd.

Circa 40 woningen zijn direct gelegen aan het Lingemeer. De overige woningen zijn gevestigd aan 6 singels, die uitmonden op het Lingemeer (Linge Singel, Batouwse Singel, Echteldse Singel, Betuwe Singel, Gelderse Singel en Liendense Singel).

De woonkern Lingemeer kenmerkt zich door een eenheid van bepaalde woningtypes (Meerkoet, Zwaluw, Merel, etc.). Daarmee heeft de woonkern Lingemeer haar eigen aangezicht en identiteit. verworven.

De woonkern Lingemeer maakt onderdeel uit van het grondgebied van de gemeente Buren (Lienden) en de gemeente Neder-Betuwe (Echteld). De gemeente Buren heeft afspraken gemaakt met de gemeente Neder-Betuwe over het uitvoeren van onderhoud- en beheertaken van de openbare ruimte op het Echteldse gedeelte van het Lingemeer. 

Legalisering

Naarmate het villapark Lingemeer meer gestalte kreeg en haar contouren en identiteit verwierf, werd duidelijk dat door de kwaliteit van wonen en mogelijkheden tot recreëren, bewoners werden gestimuleerd om permanent aan het Lingemeer te wonen. Vanwege de recreatieve status riep dat bij de gemeenten Buren en Neder-Betuwe (en de provincie Gelderland) weerstand op.

Mede door het afwijkend karakter van het villapark Lingemeer met andere recreatieparken (o.a. ontbreken van slagbomen, eigen huisnummers, huis aan huis afvalinzameling en individuele aansluiting op het energienet) en de overeenkomsten met reguliere stedelijke bebouwing werd de wens van de bewoners groter om het villapark Lingemeer voor permanente bewoning in aanmerking te laten komen.

In 2005 werd vanuit juridische overwegingen de Stichting Permanent Wonen Lingemeer (SPWL) opgericht. De SPWL houdt zich tot op heden bezig met het onderhouden van contacten met uiteenlopende bestuurlijke instanties, om de overgang van recreatieve naar permanente bewoning volgens gemaakte afspraken verder af te ronden.

Een bezoek in september 2003 van de toenmalige minister van VROM aan het Lingemeer heeft bijgedragen aan een bijgestelde nota ruimtelijke ordening en de kansen tot legalisering vergroot. Het doel daarachter was  onder specifieke voorwaarden het legalisatieproces rondom Nederlandse recreatieparken te versoepelen. Dit heeft in 2004 geleid tot versoepeld beleid en een omslag van samenwerking tussen de BVL, SPWL, de gemeenten Buren en Neder-Betuwe en de provincie Gelderland. Op 31 maart 2010 heeft er uitspraak van de Raad van State plaatsgevonden over permanente bewoning op het Lingemeer (zaaknummer 200904633/1/R2). Het bestemmingsplan werd goedgekeurd voor 346 van de 378 woningen aan het Lingemeer. Daarmee werd permanente bewoning voor deze woningen een feit om het Lingemeer als woonkern van de gemeente Buren aan te merken.

Vooralsnog vielen de resterende woningen aan de Linge Singel, Gelderse Singel en Batouwse Singel, die gelegen zijn binnen de geurcontouren en spuitzone van een nabijgelegen veehouder en fruitteler nog niet onder de werking van het nieuwe bestemmingsplan. Het gaat in dit geval om woningen in de buitenschil van de woonkern Lingemeer. 

Voor deze woningen (en kavels) is de SPWL uitermate actief geweest om de legalisering alsnog te bewerkstelligen. Dat heeft ertoe bijgedragen dat op 24 oktober 2012 de provincie Gelderland een heroverwegingsbesluit heeft genomen ten aanzien van het bestemmingsplan Woongebied Lingemeer. Na een bezwaarperiode van 6 weken hebben ook deze resterende woningen een permanente woonbestemming verkregen.